In veel metrokaarten en andere producten zitten meerdere fouten in de vormgeving van informatie. Van veel producten begrijpt het publiek niet hoe het werkt. Wat kan een vormgever veranderen zodat het publiek het wel begrijpt? Welke technieken zijn beschikbaar om dit probleem op te lossen?
"Het vormgeven van ‘de aanwijzingen over het product’”. Dat is de benoeming voor het ontwerpen van een handleiding. De handleiding kan elke vorm aannemen, er geld namelijk ‘Function can have any form’, afgeleid van ‘form follows function’. Edward Tufte concludeerde in 1992 dat ‘met vorm vooral schoonheid wordt bedoeld’. Schoonheid is volgens A.M. Bevers de symmetrie van geometrische vormen. De romeinse Vitruvius schreef dat de architectuur moest voldoen aan drie elementen: Firmitas (duurzaamheid, sterkte), Utilitas (nuttigheid, bruikbaarheid) en Venustas (bekoorlijkheid, schoonheid). Deze drie zijn omgezet naar de ‘3B-formule’: Betrouwbaarheid, bruikbaarheid en bevrediging. In 1920 verscheen het dogma van de ontwerper dr. Walter Portsmann, waarin stond dat er geen hoofdletters gebruikt mochten worden, alleen onderkast. Dit werd ook toegepast in Nederland (Schiphol), maar na een verloop van tijd, met de introductie van pictogrammen verdween deze regel.
Vormgeving heeft de mogelijkheid om informatie...
* te benadrukken of af te zwakken
* te vergelijken of er rangorde in aan te brengen
* te groeperen of te sorteren
* te selecteren of weg te halen
* herkenbaar te maken of te laten verassen
* op onderhoudende wijze te presenteren
In de 14de eeuw ontstond de eerste grafiek door Nicolas Oresme. De grafiek werd gelezen van links naar rechts, de hoogte van de verticale kolommen gaf de intensiteit weer. Deze manier van grafieken tekenen werd bekend als het Cartesiaanse Coördinatenstelsel. Deze grafieken vergde kennis om te kunnen lezen. In 1936 begon Otto Neurath met de Isotype-methode. Dit werden infographics die in een oogopslag werden begrepen.
De cartografie brengt de wereld en kosmos in beeld d.m.v illustraties (tekeningen en foto’s) en tekst. Een veiligheidsinstructie of bedieningspaneel zal altijd bestaan uit een combinatie van beeldmiddelen met meer of minder getallen tekst, de noodzakelijke dingen. In 1973 publiceerde Jacques Bertin het boek Semiologie Graphique waarin hij de basiselementen van visuele informatie en onderlinge relatie beschreef. Die basiselementen waren: grootte, toonwaarde, textuur, richting, kleur en vorm. Volgorde speelde een hoofdrol in het ontwerpen van instructieboeken en interactieve media. De kijkrichting is hierbij van belang.
Ontwerpers van grafische gebruiksproducten zouden zich meer moeten beïnvloeden door de visuele rijkdom van alledaagse producten.Door deze houding zouden er veel interessante en bruikbare oplossingen gevonden worden.
Een grote groep ontwerpers neemt niet de moeite om kennis te vergaren. Ze stellen hun prioriteiten anders, namelijk op zelfexpressie, creativiteit, experimenten en ‘grensverleggen’. In dit rijtje ontbreekt de innovatie.
Door de vele technische ontwikkelingen wordt het steeds moeilijker om gebruiksaanwijzingen te ontwerpen. Het ontwerpen moet worden omgedraaid. Eerst de handleiding ontwerpen, en daarna pas het product.
Visuele informatie maakt gebruik van nieuwe beeldvormen die ontleend zijn aan fotografie, film, stripverhaal en technische illustratie. (close-up, bewegingssuggestie, perspectief en projectie).
Schiphol haar borden anno 2013. Hier is te zien dat het dogma van de ontwerper dr. Walter Portsmann (alleen onderkast letters) niet meer gehanteerd wordt. Ook zijn er veel pictogrammen op het bord te vinden.
Bron: http://goo.gl/tHq8Cm
De afbeelding hierboven is een infographic van Remy Jon-Ming, een informatie designer bij de Volkskrant. De infographic is erg duidelijk en kan worden begrepen door iedereen. In een oogopslag zie je dat het over een speciale oog ingreep gaat.
http://goo.gl/ayMPrl